Ron Hartman (Geboren te Haarlem, 1954).
Op de MULO (1966-1970) en de HBS (1970-1972) had ik een grondige hekel aan taal in het algemeen, aan Nederlands in het bijzonder. Opstellen, boekverslagen, essays, spreekbeurten en dergelijke: ik had er helemaal niets mee, met hangen en wurgen en soms ook cheaten, haalde ik de krapst mogelijke voldoendes. Overigens heb ik voor Nederlands met 25 boeken, en voor Engels, Duits en Frans met voor ieder 8 boeken natuurlijk wel de verplichte literaire leeslijsten afgewerkt.
Tijdens mijn carrière in de ICT (1974 tot 2002) was die afkeer niet verdwenen, rapporteren en dergelijke waren niet mijn favoriete bezigheden.
Alles veranderde toen ik, als liefhebber van spannende verhalen, rond 1990 vanuit het niets fictieve gebeurtenissen ging opschrijven; helaas weet ik niet meer wat daar precies de trigger voor was.
Dat schrijven gebeurde in een zeer primitieve vorm: meestal een korte verhaallijn en/of trefwoorden, om later uit te werken. Nog steeds heb ik de veertien(!) ideeën waar ik destijds dagelijks in een soort hink-stap-sprong aan werkte, op de plank liggen.
Aanleiding voor zo’n die idee was een krantenkop, een gebeurtenis die ik zag of meemaakte, of iets dat ik iemand hoorde vertellen enzovoort. Er ontstonden dan beelden van fictieve personen en gebeurtenissen. En ik was in staat om die beelden om te zetten in woorden met samenhang en structuur. Zoals gezegd: in zeer primitieve vorm.
Het idee voor mijn eerste echte verhaal ‘De Jager Variant’ (thriller in twee delen) is in die tijd geboren.
Met een gezin, een drukke baan, en ook nog enkele jaren een actief partnerschap in verhuur van geluidsdragers, beperkte de ontwikkeling van mijn verhalen zich tot een hobby waar eigenlijk maar weinig tijd voor was. Maar gaandeweg ontwikkelde mijn vertel- en schrijfkunst zich, stukje bij beetje.
Het eerste kleine hoogtepunt was de publicatie in 2008 van ‘Koerier Tegen Wil en Dank’, een thriller van 244 pagina’s, onder het pseudoniem Ronald van Haarlem, met een schitterende cover van Jan Coenen, een officieel ISBN, en opgenomen in de Koninklijke Bibliotheek.
Na een lange en vruchteloze gang langs alle uitgevers van naam en zonder naam uitgegeven in eigen beheer. Als probeersel, om eens te kijken hoe ver ik kwam. Het resultaat: wereldberoemd in mijn eigen straat!
In mijn niet-aflatende enthousiasme heb ik het toen ook nog ingezonden voor de Schaduwprijs: ik wist toen nog niet hoe de wondere wereld genaamd ‘Boekenland’, werkte.
De oplage was klein, het werk is niet meer verkrijgbaar.
Tussendoor bleef ik werken aan ‘De Jager Variant’. En werken aan ideeën voor andere verhalen, die bleven komen. Ik probeerde daarbij ook de verschillende vormen uit zoals de ik-vorm, en de flashback.
Alles met tussenpozen, vanwege het leven in de meest brede zin van wat het leven is, onder andere verhuizing naar Almere, en noodgedwongen stoppen met werken.
Toen iemand mij attendeerde op diverse schrijfwedstrijden, met specifieke opdrachten ten aanzien van onderwerp en lengte, kwamen in 2014 de korte verhalen in mijn leven. De serie ‘Ontmoetingen’ zag het licht, verhalen gedeeltelijk gebaseerd op gebeurtenissen die ik persoonlijk meemaakte.
Het verhaal ‘Weerzien’ stuurde ik naar een van de wedstrijden van Editio, enkele andere verhalen gingen naar een wedstrijd van Opium, een programma van de NPO.
Het ontbreken van een bijbehorende palmares geeft genoegzaam aan wat het resultaat was.
In principe nooit serieus bezig met goede voornemens, nam ik mij op 1 januari 2015 voor om het eerste deel van het project ‘De Jager Variant’ voor het einde van het jaar te voltooien en te publiceren; inmiddels had ik ‘De Jager Variant’ gesplitst in ‘Het Narrenmat’ en ‘Het Dame Eindspel’ omdat het geheel te groot werd.
Vol goede moed begon ik aan (her)lezen, strepen, broeden, strepen, veranderen, strepen, opnieuw bedenken, strepen. En nog eens strepen, in het kwadraat. En herhaaldelijk.
Deze keer wel met hulp van enkele mensen die door hun belezenheid op het gebied van spannende verhalen van nationale en internationale auteurs, naar mijn idee dus met ervaringsdeskundigheid iets steekhoudends konden zeggen over plot, verhaal, schrijfstijl, dialogen, spanning enzovoort.
En eind 2015 was het zover: officiële publicatie van ‘De Jager Variant – Het Narrenmat’! Met alles er op en er aan.
Enkele quote’s van recensenten en de Hebban-leesclub:
-
- “Het is spannend, je wilt steeds weten hoe het verder gaat”.
- “Als je het leest weet je direct dat hij echt ‘beleeft’ wat hij opschrijft”.
- “Hij weet het spanningsveld zichtbaar te maken tussen de menselijke kant van zijn personages en de acties waartoe ze door omstandigheden worden gedwongen, en de gevolgen daar van”.
- “Vaak vergeet je dat je leest, je zit er midden in”.
Hun oordeel was minimaal een ‘goed’.
Er waren ook belangrijke kanttekeningen, met name over de dialogen. Dat heb ik ter harte genomen.
Daarom is er nu een herziene uitgave van ‘De Jager Variant – Het Narrenmat’ verschenen, direct gevolgd door het afsluitende ‘De Jager Variant – Het Dame Eindspel’. Waarmee het project ‘De Jager Variant’ is voltooid!
Omdat ik geen taal- of journalistieke opleiding heb gehad, heb ik alle valkuilen van het ‘verhalen’ van microscopisch dichtbij mogen ervaren. Ik trapte er steeds in, met twee benen tegelijk, en vol overtuiging.
Mijn zeer geduldige helpers hebben er voor gezorgd dat ik nu beter let op wat en hoe ik schrijf, dat ik bepaalde dingen niet meer doe, of juist wel doe.
Het schrijven heeft er toe geleid dat ik de Nederlandse Taal nu geweldig vind, hoewel ik soms met kromme tenen naar bepaalde zogenaamde ‘moderne’ ontwikkelingen kijk. Die ik niet altijd volg, ik behoud mijn eigen schrijf- en verhaalstijl, gebaseerd op mijn eigen gevoel en inzichten.
Veel leesplezier!